Niets is onmogelijk 

Ondanks de elf-en-dertigste renteverhoging van de Fed, weigert de Amerikaanse economie te kraken. Integendeel, het BBP steeg in het afgelopen kwartaal zelfs omerkelijk meer dan verwacht. Deze verrassende aanwas mag grotendeels worden toegeschreven aan een beduidende toename van bedrijfsinvesteringen. Particuliere consumptie verliest echter aan momentum. Dit laatste verontrust ons nauwelijks. Het eerste verbaast ons evenmin.

Bedrijven kijken immers naar de toekomst, zijn alert voor de vele opportuniteiten die zich dan aanbieden en bereiden zich daar nu op voor met investeringen in infrastructuur en automatisatie. Hun toekomstvisie overstijgt het ongerijmde beleid van hun centrale bank.

Consumenten kijken naar het heden waar ze tijdelijk gehinderd worden door opgelopen financieringskosten en prijsstijgingen die een snellere pas aanhielden dan hun nominale loonsverhogingen. Vanaf de tweede jaarhelft wordt echter een betekenisvolle stijging van de koopkracht vooropgesteld, zodat de consumptieve bestedingen in 2024 kunnen toenemen.

De laatste inflatiecijfers bevestigen intussen de neerwaartse trend die zich in de VS al medio 2022 inzette. Het groeiritme van de totale prijsindex daalt zelfs opvallend sneller dan werd waargenomen tijdens de vorige inflatiegolf, in de duistere beginjaren van de eighties. De kerninflatie volgt een gelijklopend parcours als destijds.

Grafiek 1: Evolutie CPI inflatie in de VS tussen 01/1979-12/1982 en 03/2019-07/2023

Evolutie CPI inflatie in de VS tussen 01/1979-12/1982 en 03/2019-07/2023

Als deze dalende tendens zich weet door te zetten in de cijfers die in augustus en september worden gepubliceerd, is er geen enkele reden meer om de beleidsrente nog verder op te trekken. Maar de groep die nu aan het roer van de centrale bank staat, wil kost wat kost het verwijt vermijden dat ze zich niet alleen ruim overslapen hebben bij de start van de inflatiegolf maar vervolgens ook nog te vroeg van het slagveld zijn weggewandeld. Dat hiermee een onnodige recessie dreigt te worden uitgelokt, is voor hen hoogstens wat collateral damage en is verwaarloosbaar in het perspectief van hun hogere doel. Vandaar dat de swapmarkten toch nog een kans van 30 % geven aan een verdere verhoging met 25 basispunten in november.

De sterker dan verwachte economische prestatie van het voorbije kwartaal geeft ook geen enkele garantie over het verloop van de conjunctuurindicatoren in de tweede jaarhelft van 2023, wanneer het bedrijfsleven en de consumenten het volle gewicht van de sterk gestegen rentevoeten moeten torsen.

Deze verwachte terugval van de economische activiteit zal naar alle waarschijnlijkheid niet als een officiële recessie geboekstaafd worden. De criteria die NBER1 hiervoor hanteert, leggen veel nadruk op de arbeidsmarkt en die blijft tot nader order zeer robuust.

Voor de paradox van een zwakke conjunctuur in combinatie met een hoge tewerkstellingsgraad, is de oplossing snel gevonden. De generatie babyboomers2 verlaat momenteel in dichte drummen de arbeidsmarkt en hun vertrek wordt in onvoldoende mate opgevangen door nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Deze situatie zal overigens pas na 2030 milderen en bedrijven intussen verplichten om verregaand te automatiseren3.

Deze demografische trend geldt in overtreffende trap voor Europa en laat zich ten volle gelden op de Chinese economie. De Rode Reus ondergaat de consequenties van de eenkindpolitiek die was opgelegd tussen 1975 en 2015 en er nu voor zorgt dat de fabrieken in toenemende mate onvoldoende gekwalificeerde mankracht vinden om hun bulkproductie op peil te houden. Ondanks deze zeer voorspelbare ontwikkeling, wist de Chinese overheid haar economische structuren niet tijdig bij te sturen, met de zoveelste opeenvolgende zwakke lezing van de conjunctuurindicatoren tot gevolg.

De verregaande stimuleringsmaatregelen ten spijt, blijken ook de doorgedreven rentedalingen en verlagingen van de bancaire kapitaalratio’s weinig of geen impact te hebben en dienen de groeivooruitzichten keer op keer neerwaarts te worden bijgesteld. Toch veert de Chinese beurs (als een van de laatste) op, maar zolang er geen tastbare tekens zijn van het hernemen van de industriële activiteit, zien we elders betere alternatieven.

De Europese aandelenmarkt laat zich intussen van haar betere kant bewonderen. Na jarenlang te hebben moeten aankijken tegen een toenemende kloof met haar Amerikaanse concurrenten, wist de aandelenindex van de eurozone als eerste het koersniveau van 1 januari 2022 te overstijgen en dat ondanks het feit dat de rentetarieven over deze periode op dramatische wijze zijn gestegen en de energiebevoorrading in de eurozone kwetsbaarder lijkt voor geopolitieke ontwikkelingen dan de VS.

Het economische momentum oogt in de eurozone daarenboven veel zwakker in vergelijking met het groeiritme aan de overzijde van de Atlantische Plas. De laatste rentestijging van de ECB lijkt daarom weinig onderbouwd te zijn. De verhoging van de beleidstarieven dienen immers om de economie af te koelen. Maar er is nauwelijks economische groei… Wat hoopt de ECB dan eigenlijk te bereiken met de zoveelste rentestijging?

De Europese inflatie blijft weliswaar hoog maar de verwachte ontwikkeling van de prijsindicatoren laat zich gemakkelijk raden op basis van eerdere ontwikkelingen in de VS. De kerninflatie is in de eurozone zo mogelijk nog koppiger dan in de VS, maar dat ligt vooral aan de industriële structuur en de macht van een beperkt aantal toeleveranciers, waardoor de concurrentiële krachten hun werk niet kunnen doen.

Greedflation kan hierdoor ongebreideld zijn gangetje gaan, zodat stijgingen van grondstoffenprijzen ongehinderd hun weg vinden naar de kassa van de grootwarenhuizen maar dalingen zich (in het beste geval) tergend langzaam doorzetten. Met de spreekwoordelijke 5 minuten politieke moed kan men de inflatie in de eurozone veel efficiënter bedwingen dan met de aderlatingen die de Europese centrale bank nu oplegt.

De rentestijgingen die de ECB doorvoert zijn slechts een slaafse kopie van wat er in de VS gebeurt. In beide gevallen jagen de hogere financieringskosten de inflatie alleen verder aan en bestendigen ze de kerninflatie op een hoog niveau. Rentestijgingen hebben een averechts effect wanneer de inflatie toeneemt door stijgende kosten en zijn alleen (in beperkte mate) nuttig wanneer de inflatie wordt veroorzaakt door toenemende vraag.

De onvergeeflijke redeneringsfout van de centrale bankiers in Frankfurt en Washington is dat ze de robuuste arbeidsmarkt verwarren met sterk economisch momentum. Het eerste wordt veroorzaakt door specifieke demografische verschuivingen, het tweede is er gewoon niet in Europa en blijft beperkt in de VS.

Maar de aandelenbeurzen laten het voorlopig niet aan hun hart komen. Het vooruitzicht dat de inflatie binnen afzienbare tijd voldoende zal zijn afgenomen, in combinatie met een economisch herstel dat zich vanaf het eerste kwartaal van 2024 kan doorzetten, drijft de beurzen schoksgewijs hoger. Eerst nog wiebelend op de benen na de kaakslag in 2022, maar nu met een ietwat vastere tred. De meeste beurzen benaderen of overtreffen zelfs de niveaus van eind 2021. Zij het nipt…

Grafiek 2: Evolutie van enkele wereldbeurzen sinds 1 januari 2022 (return in euro)

Evolutie van enkele wereldbeurzen sinds 1 januari 2022 (return in euro)

Eind juli 2023 staat de MSCI-wereldindex (net return in euro) welgeteld 0,4 % hoger dan op 1 januari 2022.  Op basis van de returnindex in euro overtreft de NASDAQ het niveau van begin 2022 met 0,9 %. De S&P-index en de Dow Jones voegen respectievelijk 1,9 % en 2,3 % toe.

Niet erg indrukwekkend, horen we u zeggen. Toch wel. Als we de inflatie-opstoot, het paniekerige mistasten van de centrale bankiers en de vervaarlijke geopolitieke ontwikkelingen mee in rekening brengen, dan zijn deze prestaties zeer achtenswaardig. Zeker wanneer ook de eurozone- en de FANG4-index in beeld worden gebracht. Laatstgenoemde steeg met 12 % sinds het begin van 20225.

Grafiek 3: Evolutie van obligaties, aandelen en bankaandelen in de eurozone

Evolutie van obligaties, aandelen en bankaandelen in de eurozone

Maar de grootste verrassing wordt toch gevormd door de verbazend sterke prestatie van de Europese aandelenindices, in scherp contrast met de Europese obligaties die als wrakhout blijven ronddobberen. Ondanks een tragere economische groei en haar proximiteit met het militaire conflict, bleek de beursindex van de eurozone de eerste te zijn die terug boven water wist te komen. Hierbij is er ongetwijfeld sprake van een inhaalbeweging, waarmee overigens slechts een beperkt deel van de opgelopen achterstand met de VS6 werd goedgemaakt.

Toch blijft het opvallend dat een deel van dat verloren terrein precies nu wordt gerecupereerd. De oplossing voor dit raadsel is snel gevonden. De eurozone-aandelenindex bestaat voor een belangrijk deel uit financiële waarden (17 %) en kent aan ASML en LVMH (terecht) een groot gewicht van respectievelijk 5,5 % en 5 % toe. Beide aandelen kenden een belangrijke koersopstoot in 2023, terwijl de Europese grootbanken hun marges op substantiële wijze vergroten op basis van het verschil tussen de interbancaire rente en de vergoeding die op spaarrekeningen wordt geboden. Het winstniveau van de Europese banken bereikt hierdoor (bijna) terug het niveau van … 2000.

Grafiek 4: Verwachte winst Europese en Amerikaanse banken sinds 2000

Verwachte winst Europese en Amerikaanse banken sinds 2000

Of een dergelijke praktijk houdbaar is over een langere periode, wordt echter openlijk in vraag gesteld. Feit is dat de index van de Europese commerciële banken recent een flinke koersopsprong heeft gerealiseerd, die enkel wordt overtroffen door de FANG- en NASDAQ-index. Toch blijven we voorrang geven aan investeringen die steunen op een solide onderbouw en nauw aansluiten bij een interessante trend op lange termijn. Cybersecurity, cloudapplicaties, automatisatie, meet- en regeltechniek (of nanotech, zoals dat nu heet) en specifieke consumptieve bestedingspatronen.

Gelet op de moeilijke economische, financiële en geopolitieke context waarbinnen de recente beursstijgingen zich hebben afgetekend, kan de vraag niet uitblijven of de bereikte waarderingsniveaus nog verantwoord zijn.

Op het eerste gezicht lijken de huidige koers-winstverhoudingen bijzonder hoog. Wanneer de sterk opgelopen rentevoeten mee in rekening worden gebracht, dan lijkt er van een redelijke waardering geen sprake meer te kunnen zijn. De combinatie van beide elementen leidt immers tot een bijzonder lage risicopremie en dat laatste is precies de additionele vergoeding die een investeerder in aandelen hoopt te verkrijgen. Dit lijkt te wijzen op onrealistisch dure aandelenmarkten.

Bij nader toezicht blijkt de huidige waardering echter uit te gaan van het verwachte winstniveau dat medio 2024 bereikt zal worden. Een moedig standpunt waarmee een gewaagde sprong in de toekomst wordt gemaakt, naar de periode wanneer het verwachte economische herstel de povere tweede jaarhelft van 2023 naar de geschiedenisboeken zal hebben verwezen. Vermoedelijk toch…

Een dergelijk gedurfd uitgangspunt staat garant voor regelmatige inzinkingen en koerscorrecties. Maar de aandelenbeurzen zijn voor geen kleintje vervaard, zeker niet nadat met winst kan worden teruggekeken op een periode met de ergste gezondheidscrisis in 100 jaar, het gevaarlijkste geopolitieke conflict in 60 jaar, de meest afschrikwekkende opstoot van voedsel-, grondstoffen- en energieprijzen in 40 jaar, de hoogste inflatiegolf sedert 1981 en de meest bedenkelijke ingrepen van de centrale bankiers sinds mensenheugenis. Niets lijkt dan nog onmogelijk of onoverkomelijk.

Trouwens, zoals onze favoriete filosoof7 het ons wist te stellen: Niets is onmogelijk? Ik doe de hele dag niks, dus het is wel degelijk mogelijk.

1 National Bureau of Economic Research

2 Generatie, geboren tussen 1946 en 1964, met een piekperiode rond 1960.

3 Delokalisatie is een andere optie maar die heeft enorm aan populariteit verloren na de coronacrisis.

4 De Fang-index bestaat onder meer uit Meta, Microsoft, Apple, Amazon, Alphabet en Nvidia

In dat vermaledijde jaar verloor deze trendgevoelige index bijna 40 % van zijn waarde, maar met een verschroeiende spurt in 2023 werd dat meer dan goedgemaakt. Vergeet hierbij niet dat een index die 40 % van zijn waarde verliest, nadien 67 % moet stijgen om terug op het initiële koersniveau te komen).

6 51 % in eurotermen over de laatste 5 jaar.

Winnie de Poeh

Schenking van uw vastgoedvennootschap: kaasroute versperd. Omleiding via bierroute?

De aandelen van uw vastgoedvennootschap schenken voor een Nederlandse notaris heeft op fiscaal vlak al een tijdlang geen enkele zin meer. Steeds meer manifesteert de inbreng van de vastgoedvennootschap in een maatschap ten behoeve van kinderen zich als een volwaardig alternatief voor de versperde kaasroute. Maar hoe werkt deze bierroute nu precies?

Vastgoed schenken

Wanneer u vastgoed bezit, is het interessant om dat vastgoed al tijdens uw leven over te dragen aan uw kinderen. Een schenking van vastgoed is op fiscaal vlak doorgaans goedkoper dan een vererving ervan. U kan aan uw kind immers iedere drie jaar tot 150.000 EUR vastgoed schenken aan het laagste tarief van 3%. Wanneer het vastgoed pas overgaat bij uw overlijden, kan uw kind slechts eenmaal gebruik maken van het laagste tarief van 3% voor de eerste schijf van 50.000 EUR vastgoed. De resterende vastgoedwaarde wordt belast aan 9% tot 27%.

Vastgoedvennootschap schenken

Vaak wordt vastgoed evenwel aangehouden via een vastgoedvennootschap (bijv. een BV of een NV). De spelregels zijn dan totaal anders omdat de aandelen van een vastgoedvennootschap “roerende goederen” zijn.

De aandelen van een vastgoedvennootschap zijn doorgaans op naam, zodat de schenking ervan verplicht voor een notaris moet gebeuren. Een Belgische notaris is verplicht om de schenkingsakte bij de overheid te registreren. Die registratie maakt schenkbelasting verschuldigd. De schenkbelasting op roerende goederen bedraagt steeds 3%. In tegenstelling tot fysiek vastgoed neemt de belasting hier niet toe naarmate de geschonken waarde stijgt.

Om deze schenkbelasting van 3% te ontwijken, zochten veel Belgen in het verleden hun toevlucht tot een Nederlandse notaris (de zgn. kaasroute). Een Nederlandse notaris is in tegenstelling tot een Belgische niet verplicht om de schenkingsakte te registeren. Zo kon de schenking onbelast plaatsvinden.

Sinds 15.12.2020 biedt het schenken van aandelen van een vastgoedvennootschap voor een Nederlandse notaris geen voordeel meer, omdat Belgen nu verplicht zijn om hun buitenlandse schenkingsakte in België te registreren (en schenkbelasting te betalen).

Maatschap to the rescue!

Een maatschap is een doeltreffend, eenvoudig en relatief goedkoop instrument dat in het kader van een successieplanning geregeld wordt gebruikt om de controle te behouden over de goederen die bij leven aan de volgende generatie worden geschonken.

Ouders kunnen ervoor opteren om de aandelen van hun vastgoedvennootschap in te brengen in een maatschap. Daarbij worden de deelbewijzen van de maatschap die ouders in ruil voor hun inbreng ontvangen rechtstreeks ingeschreven op naam van de kinderen, waardoor die eigenaar worden. Dat is een zogenaamde inbreng ten behoeve van een derde. Nadien bevestigen ouders en kinderen in een onderhands bewijsdocument (pacte adjoint) dat de inbreng gebeurde met het oogmerk om de kinderen te begiftigen. Zo’n onrechtstreekse schenking moet niet verplicht voor een notaris gebeuren, maar mag ook onderhands. Er wordt dus alleen schenkbelasting geheven wanneer het bewijsdocument vrijwillig ter registratie wordt aangeboden. Ouders en kinderen kunnen er uiteraard voor kiezen om dat niet te doen. In dat geval speelt alleen de risicotermijn van drie jaar. Wanneer ouders nog minstens drie jaar na de schenking in leven blijven, zal de vermogensoverdracht richting de kinderen nooit meer belast worden. Dit is in een notendop de Vlaamse variant van de kaasroute, ofwel de bierroute.

Kan de Vlaamse Belastingdienst de bierroute smaken?

In twee recente voorafgaande beslissingen (nr. 22069 en nr. 22070) heeft de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) de techniek van de bierroute erkend en heeft zij bevestigd dat er geen sprake is van fiscaal misbruik. Daarmee lijkt de bierroute nu volledig vrije baan te hebben. Of toch niet? Mogelijk vormt de techniek misbruik  van de registratieplicht uit het wetboek van registratierechten. Over dit heikel punt moet de fiscus zich nog uitspreken. Waakzaamheid blijft dus nog even geboden. In de politiek gaan ondertussen ook stemmen op om paal en perk te stellen aan de bierroute door een algemene registratieverplichting te voorzien voor alle soorten schenkingen.

Wij volgen dit verder voor u op zodat u met een gerust gemoed aan het stuur van uw successieplanning zit. Afhankelijk van uw concrete bekommernissen, wensen én de actuele stand van de wetgeving zullen wij u de juiste route aanwijzen.

Hoe structurele excess cash slim beleggen?

Voor veel vennootschappen is het een bekend probleem: overtollig geld dat gewoon op een spaarrekening staat. Ondanks de (beperkte) rente die je momenteel ontvangt op een spaar- of termijnrekening, is het werkelijke rendement door het huidige inflatieniveau nog steeds negatief.

Gelukkig zijn er alternatieven voor vennootschappen met een (middel)lange beleggingshorizon. In dit artikel willen we graag meer uitleg geven over een zogenaamd Tak 6-contract, ook bekend als een kapitalisatiecontract. Dit specifieke contract is bedoeld voor vennootschappen en verschilt van een traditionele verzekering doordat er geen verzekerde en begunstigde zijn.

Flexibiliteit & Diversificatie
Met een Tak 6-contract kun je investeren in een breed scala aan beleggingsfondsen van internationale fondsenbeheerders. Afhankelijk van je risicobereidheid en beleggingshorizon kun je kiezen voor een meer of minder dynamische invulling. Het mooie van dit contract is de grote flexibiliteit. Je kunt zelf bepalen hoeveel van je vermogen wordt blootgesteld aan aandelen, door de juiste mix van beleggingsfondsen en trackers te selecteren. Dit betekent dat je niet per se voor 100% in aandelen hoeft te zitten, zoals bij een DBI-mandaat.

Kosten & Fiscaliteit
Een Tak 6-contract wordt gezien als één belegging, waardoor het gemakkelijker is voor je boekhouding. Het arbitreren binnen het contract heeft geen boekhoudkundige gevolgen, in tegenstelling tot het rechtstreeks aanhouden van individuele beleggingsfondsen. Wat de fiscale aspecten betreft, worden de meerwaarden op contractniveau belastbaar, maar de eventuele minwaarden kunnen ook worden afgetrokken. Stortingen in het kapitalisatiecontract zijn vrijgesteld van de taks op verzekeringsverrichtingen. Bovendien beleggen verzekeringsmaatschappijen in goedkope clean shares van externe fondsen (indien beschikbaar).

Een Luxemburgs kapitalisatiecontract via een Belgisch bijkantoor
Met een Tak 6-contract geniet je van extra bescherming door de Luxemburgse veiligheidsdriehoek. Dit biedt solide garanties in geval van faillissement van de verzekeraar, omdat de activa van de verzekeringsnemers worden bewaard op speciale rekeningen bij erkende bewaarbanken, waarop de belegger voorrang heeft. De Luxemburgse toezichthouder, CAA (Commissariat aux Assurances), houdt hier strikt toezicht op. Vanwege veranderende tijden geven veel beleggers en financieel adviseurs er de voorkeur aan om dit Luxemburgse contract aan te houden via een Belgisch bijkantoor, zodat het vermogen in eigen land blijft.

Een Tak 6-contract kan ook worden gecombineerd met een veiligere belegging via een zogenaamd Tak 26-contract, dat recht geeft op een gegarandeerde minimumrente. In tegenstelling tot een Tak 21- en Tak 23-contract is hier geen premietaks verschuldigd.

Onze Financial Butlers staan klaar om een oplossing op maat van jouw behoeften uit te werken. We doen dit graag in samenspraak met jouw boekhouder of accountant. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie.

Langetermijnsparen: een slimme keuze voor 2023?

Wist je dat langetermijnsparen een slimme zet is, vooral nu het hervormingsplan van minister Van Peteghem mogelijk fiscale voordelen zal beperken vanaf 2024? Het is dus verstandig om nu nog een contract af te sluiten en te profiteren van de voordelen.

Waarom langetermijnsparen?

Naast het bekende pensioensparen en sparen voor later, biedt fiscaal langetermijnsparen een extra aanvulling op je pensioen. Het mooie is dat je niet alleen belastingvoordeel geniet op de premies die je tijdens je loopbaan stort, maar ook tijdens je pensioen. Met langetermijnsparen bepaal je zelf de einddatum van het contract, die kan samenvallen met je pensioenleeftijd of later.

De impact van het fiscale hervormingsplan

Minister Van Peteghem’s voorstel voor fiscale hervormingen om het fiscaal voordeel van langetermijnsparen vanaf 2024 te beëindigen, maakt het nog interessanter om nu een contract af te sluiten. Bestaande contracten behouden hun fiscale voordelen tot de eindvervaldag, maar verlenging van contracten is niet mogelijk. Een nieuw contract afsluiten kan wel nog in 2023, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Profiteer van 30% fiscaal voordeel

Met langetermijnsparen kun je jaarlijks tot 705,00 euro minder belastingen betalen. De maximale premie die je voor belastingvermindering kunt inbrengen, varieert en is afhankelijk van je belastbaar beroepsinkomen en persoonlijke situatie, met een maximum van 2.350,00 euro. Als je het maximumbedrag kunt inbrengen, geniet je een belastingvoordeel van 30% of 705,00 euro per jaar.

Flexibiliteit en vrijheid

Het langetermijnsparen kent een eindbelasting, meestal via een anticipatieve heffing van 10% op je 60ste verjaardag of 10 jaar na het sluiten van het contract als je 55 jaar of ouder bent. Je kunt de reserve echter kosteloos geheel of gedeeltelijk opvragen zonder fiscale penalisatie als je contract minstens 10 jaar heeft gelopen en er eindbelasting is betaald, of als je met pensioen of vervroegd pensioen bent.

Exclusief via een verzekeraar

Langetermijnsparen kan alleen worden afgesloten via een verzekeraar. Het is een interessante optie om extra pensioenkapitaal op te bouwen, met een aantrekkelijke fiscale beloning van maximaal 705 EUR/jaar.

Wanneer is Langetermijnsparen interessant?

Langetermijnsparen is beschikbaar voor iedereen met een beroepsinkomen. Het biedt niet alleen een goede manier om extra pensioenkapitaal op te bouwen, maar dankzij de fiscale voordelen geniet je ook van een extra rendementshefboom, omdat de overheid een deel van je premie indirect betaalt. Door de belastingvermindering kun je jaarlijks aanzienlijk besparen.

Belangrijk aandachtspunt

Let wel op de huidige fiscale wetgeving die bepaalt dat er een gemeenschappelijk potje bestaat op de belastingbrief voor jouw stortingen in het kader van langetermijnsparen, de kapitaalsaflossing voor jouw (oude) hypotheeklening, en de premies van de schuldsaldoverzekering gekoppeld aan die kapitaalsaflossing. Dit potje mag het absolute bedrag van 2.350 euro/jaar niet overschrijden. Controleer dus goed of je nog ruimte hebt om de premies voor het langetermijnsparen fiscaal in te brengen.

Wil je meer weten over langetermijnsparen en hoe het jou kan helpen? Neem dan gerust contact met ons op.

Beleggingsvooruitzichten voor de tweede helft van 2023

Begin dit jaar publiceerden we reeds een uitgebreide outlook voor 2023. Nu de eerste jaarhelft bijna achter ons ligt, is het tijd voor een update! Waar kunnen we ons aan verwachten in het tweede semester? Lees hieronder de analyse van onze Nagelmackers-experten.

De economische groei vertraagt

De economische groeivooruitzichten voor 2023 en wellicht ook 2024 zullen een zwakker verloop kennen, niet geheel onlogisch nadat centrale banken wereldwijd rentevoeten optrokken om de inflatie na de sterke economische expansie na COVID te doen dalen. We verwachten eerder een zachte landing: een tijdelijke vertraging, maar geen langdurige recessie.

In de VS lijkt dat scenario haalbaar, maar voor Europa wordt het moeilijker. Leidende indicatoren in Duitsland geven aan dat het land zich mogelijk reeds in recessie bevindt. Na een veelbelovend jaarbegin stellen China en andere opkomende markten voorlopig wat teleur, maar we verwachten dat de groei in de 2de jaarhelft verder zal aantrekken, ondersteund door de lokale consumptie.

Inflatie blijft een aandachtspunt

Inflatie was het belangrijkste thema in 2022 en blijft ook de topprioriteit in het Westen. De inflatie is reeds afgenomen door agressieve renteverhogingen van de centrale banken en het terugvallen van energieprijzen. De arbeidsmarkt blijft sterk standhouden, vooral in Europa waar de werkloosheid in april gedaald is tot 6%, het laagste niveau ooit. Bemoedigend, maar ook een zorg voor de ECB want een krapte op de arbeidsmarkt zet opwaartse druk op de lonen en zet bedrijven ook aan de stijgende loonkost verder door te rekenen aan de consument. Daardoor zal er voor de ECB geen ruimte zijn om de rente te verlagen, maar zal ze de rente eerder nog verder optrekken.

De VS is agressiever geweest in het inperken van inflatie en zal daardoor in 2024 wel mogelijkheden hebben om de rente te verlagen. Opkomende markten en Azië in het bijzonder beschikken over de beste kaarten: zowel op monetair als fiscaal vlak hebben ze voldoende ruimte de economie te ondersteunen.

Scenario van een zacht landing

Op basis van de vooruitzichten voor economische groei, inflatie en monetair en fiscaal beleid, gaan we in ons basisscenario uit van een zachte landing waarbij zowel aandelen als obligaties minstens stabiel blijven of geleidelijk verder positief evolueren.

De kans op een echt diepgaandere recessie schatten we eerder laag in. Mocht dat toch het geval zijn, dan dragen cash en alternatieve beleggingen de voorkeur. Een zeer optimistisch scenario, waarbij zowel de groei herneemt en de inflatie tegelijkertijd afneemt, wat gunstig zou zijn voor de meest risicovolle activa, zien we als zeer onwaarschijnlijk.

In een notendop

Onze nieuwe voorspellingen wijken enigszins af van de oorspronkelijke verwachtingen van november vorig jaar. Wij zijn positiever over de VS en opkomende markten, terwijl we voorzichtiger zijn geworden over Europa. Na een periode van winstverrassingen en dalende energieprijzen zit het positieve nieuws daar reeds verrekend in de koersen.

Binnen obligaties geven we nog steeds de voorkeur aan staatsobligaties, vooral in Europa. We zijn echter terughoudender geworden ten aanzien van hoogrentende obligaties omdat het recessiegevaar onvoldoende wordt ingeprijsd.

Een terug- en vooruitblik op 2023

De eerste jaarhelft van 2023 sloot af met een aardige spurt bergop. De beursindices in de hoofdrol maakte ook in de voorafgaande maanden het mooie(re) weer op de aandelenmarkten. De NASDAQ, FANG en S&P Composite-returnindices klokten intussen af met een respectievelijke halfjaarwinst (in US$) van 35 %, 70 % (!) en 14 %.

Ook de Europese tegenvoeters lieten over deze periode meer dan behoorlijke prestaties optekenen, met onder meer een toename van 11 % van de algemene Stoxx 600-index, waarbij een glansrol was weggelegd voor onder meer de industriële waarden, de technologiesector en financiële component, die met respectievelijk 20 %, 28 % en 18 % stegen over voorbije 6 maanden. Ondanks hun beperkte gewicht speelden vrachtvervoer & logistiek (+33 %) en de vrije tijdsindustrie (+26 %) meer dan een bijrol in de klim van de beursindex in de Eurozone.

 

Grafiek 1: Evolutie van enkele beursindices sinds 01.01.2023: Returnindex in euro

Na dergelijke stijgingen kun je aandelen echter bezwaarlijk nog als goedkoop beschouwen. Integendeel, de beurzen lopen een heel eind vooruit op de toekomstige financiële, economische en geopolitieke ontwikkelingen. Dat is wellicht niet ten onrechte maar maakt de beurzen intussen wel kwetsbaar voor tussentijdse correcties.

Het afgelopen semester vormde het spiegelbeeld van de beursontwikkelingen in het voorafgaande annus horribilis, waarbij alle groeigerichte bedrijven onterecht een boetekleed aangetrokken kregen. De weerwraak op deze vernedering was echter minstens even krachtig waarmee een flink deel van de eerdere terugval in 2022 op een relatief korte termijn werd goedgemaakt. De meest tot de verbeelding sprekende ommekeer komt echter van de FANG-index. In 2022 nog omschreven als een ingezakte luchtballon, maar vertoeft nu op een zucht van het recordniveau van november 2021, na een spectaculaire terugkeer.

De globale aandelenindex (MSCI-wereldindex, return in euro) kan, mits een laatste kabouterstap, alle koersverliezen sinds het begin van 2022 wegvegen. Ook de NASDAQ en S&P-index dienen nog een flinterdunne achterstand in te halen. De algemene Europese beursindices laten over deze periode zelfs een lichte winst optekenen. In onderlinge vergelijking wijst de beursprestatie over een periode van 5 jaar echter nog altijd op een verschil van meer dan 50 % in het voordeel van de VS.

Op enkele schaarse uitzonderingen na, staan aandelenbeurzen nu (ruim) hoger dan het koersniveau dat werd bereikt op de vooravond van de Russische invasie op 24 februari 2022. Dat geeft te denken waar we hadden kunnen staan, als deze uitzichtloze barbarij was vermeden.

Bij de achterblijvers valt vooral de Chinese aandelenmarkt op, die nog altijd aankijkt tegen een verlies van 25 % sedert begin 2022. Dit is deels te wijten aan de zwakte van de Renminbi ten opzichte van de US$ en de euro. Ooit werden de beurzen van de Rode Reus nog aanzien als de uitverkoren groeimarkten voor de toekomst maar in de afgelopen jaren is de Chinese economie vastgelopen in een moeras, gevormd door een verstarde planeconomie, een geopolitieke spagaat en -vooral- een compleet scheefgetrokken demografische evolutie. De kans is klein dat dit op korte termijn nog goed komt, behoudens een even radicale als onwaarschijnlijke wijziging aan het politieke front.

Om het dramatische, demografische verval op te vangen, moest het vroegere succesmodel, gebaseerd op bulkfabricage van goedkope massaproductie, omgevormd worden naar een economie, gebaseerd op dienstensectoren en producten met een hogere toegevoegde waarde. Deze transformatie werd niet tijdig doorgevoerd.

Opvallend is ook dat China immuun lijkt te zijn voor de inflatiegolf die elders veel averij aanricht. Zelfs de Chinese voedselinflatie kent slechts een zeer bescheiden opsprong. Dit laat de Chinese overheid toe aan haar officiële rente neerwaarts te oriënteren en de reserveratio van haar banken verder te verlagen, in de hoop hiermee haar economie te stimuleren.

Voor beleggers is dat voorlopig onvoldoende om terug te keren naar de Chinese aandelenmarkt. De verregaande impact van de één-kind-politiek kun je immers onmogelijk keren met wat rentedalingen, zodat de genomen maatregelen er enkel in slagen om de Chinese wisselkoers verder te laten verzwakken. De Chinese beursindex moest dan ook de recente koersopsprong in de Westerse landen aan zich laten voorbijgaan.

De aandelenkoersen in de VS en Europa versnelden de laatste dagen nadat de favoriete inflatiemaat[i] van de Amerikaanse centrale bank slechts een moderate vooruitgang liet optekenen. Op zich vormt dat helemaal geen verrassing maar de financiële markten reageerden toch opgelucht omdat in de voorbije weken twijfel werd gezaaid door (de zoveelste) verwarrende commentaren van Fed- gouverneurs en -vooral- de recente, raadselachtige opwaartse herziening van de verwachte evolutie van het PCE-getal door de centrale bank. Dit laatste bleek in realiteit totaal overtrokken.

Grafiek 2 Kerninflatie in de VS: PCE, CPI en PPI

Helaas betekent dit niet dat de Amerikaanse bank het voorziene opwaartse pad van haar beleidsrente zal aanpassen. Om kost wat kost het verwijt te vermijden dat de huidige bewindsploeg niet alleen veel te laat reageerde op de opsprong van de inflatie-indicatoren en daarna veel te vlug stopte met de verstrenging van haar beleid, doet de Fed graag een paar stappen te veel.

Met de additionele verhogingen die nu worden voorzien (met name 25 basispunten in juli, waarschijnlijk gevolgd door nog een kwart procent in september[ii]), jaagt de centrale bank de kerninflatie alleen maar verder aan. De oplopende financieringskosten voor bedrijven vormen immers nog de enige component die substantieel bijdraagt aan een versnelling van de prijsindex.

De daling van de energie- en voedselprijzen compenseert de financieringskosten in de totale inflatie-index, maar kunnen dit per definitie niet doen in de kernindex[iii]. De overige prijscomponenten die vervat zijn in de CPI en PCE-kerncijfers nemen niet snel genoeg af om de gestegen financiële kosten op te vangen.

Dat weegt vooral zwaar door in de woningmarkt waar de exponentieel gestegen hypotheekrente de huurprijzen de hoogte injaagt. Toch kraakt de bouwsector niet onder dit gewicht. Integendeel, de bouwactiviteit trekt zelfs opnieuw aan, creëert bijkomende werkgelegenheid en de woningprijzen lijken zelfs terug toe te nemen, na eerdere beperkte terugval. Ook in Europa blijft de daling van de woningprijzen ruimschoots binnen de perken, ondanks de sterk gestegen lange termijnrente en de relatief zwakke conjunctuur.

Grafiek 3: Evolutie van de bouwactiviteit en de hypotheekrente in de VS

Intussen volgt de ECB het dwaallicht dat wordt uitgezet haar Amerikaanse tegenvoeter en zal de Europese beleidsrente naar alle waarschijnlijk nog in twee stappen van een kwart procent verhogen, met als voornaamste motivatie dat de kerninflatie te hoog blijft vanwege de vermeende sterkte van de economie. Dit laatste is hoogst verbazend, want geen enkele recente economische indicator wijst in die richting, niet aan deze zijde of de andere zijde van de Atlantische Oceaan. In de Eurozone wijst de verrassingsindex[iv] zelfs vervaarlijk naar beneden. In de VS blijven de industriële sectoren onheilspellend krimpen[v].

Grafiek 4: ISM-industrie in de VS  en verrassingsindex in de Eurozone

De redeneringsfout bestaat erin dat de centrale banken de sterkte van de arbeidsmarkt (zoals blijkt uit de hoge tewerkstellingsgraad), verwart met een krachtig economisch momentum. Het lage werkloosheidspercentage moet echter volledig worden toegeschreven aan de substantiële demografische verschuivingen die het gevolg zijn van de massale pensionering van de babyboomgeneratie. Hun vertrek wordt verregaand onvoldoende gecompenseerd door nieuwkomers op de arbeidsmarkt en creëert schaarste aan werknemers.

Vandaar, overigens, dat automatisatie (en alles wat daarbij komt kijken zoals robotica, AI, Cloudapplicaties, Nanotechnologie en gespecialiseerde semiconductoren) een belangrijk accent krijgt bij de thematische selectie van aandelen. De sterkte van de arbeidsmarkt ondersteunt ook het consumptieve vermogen, terwijl de babyboomers tijdens hun vrije tijd graag geld spenderen. Ons tweede favoriete beleggingsthema is meteen ook duidelijk: consumptieve bestedingen in de hogere prijscategorieën.

Het relatief hoge aantal nieuwe banen dat de laatste 2 jaar wordt gecreëerd is daarenboven grotendeels toe te wijzen aan een inhaaleffect, na de massale destructie van werkgelegenheid tijdens de hoogdagen van de Coronacrisis. Hierop hebben renteverhogingen geen enkele impact, zodat de centrale banken nodeloos economische en financiële schade (blijven) aanrichten.

Maar de economie weigert zich gewonnen te geven en de aandelenbeurzen rechten hun rug. Het piekniveau van de beleidsrente is immers in zicht, de economische terugval zal relatief beperkt blijven en vanaf het vierde kwartaal van 2023 kan zich een economische herstelfase op gang trekken. Hierdoor vinden de bedrijfsresultaten aansluiting met het verbluffende groeipad, uit de periode voor het vermaledijde 2022. Een opwaarts pad waarop de aandelenkoersen telkens naar nieuwe recordniveau werden getild.

Dit positieve scenario zit echter voor een belangrijk gedeelte al vervat in de huidige beurskoersen en zal tijdens de komende maanden regelmatig een lakmoestest ondergaan. De Amerikaanse en Europese beurzen kijken verder dan ooit in de toekomst en lijken de nakende economische dip te ignoreren. Dit moedige standpunt verheelt echter niet dat aandelenmarkten momenteel op het scherp van de snee zijn gewaardeerd, zodat beleggers rekening moeten houden met tussentijdse correcties, zeker als de economische cijfers ontgoochelen en de kerninflatie (nog) trager dan verwacht zou afnemen.

Enkel een substantiële rentedaling (als gevolg van het wegebben van de inflatieangst) kan opnieuw vaste grond onder de huidige beurswaarderingen brengen. De financiële markten gaan er echter van uit dat de rentevoeten in de komende maanden weinig dalingspotentieel hebben, terwijl de risicopremies[vi] momenteel historisch laag zijn.

Grafiek 5: Verwachte risicopremie VS

De verwachte groei van de bedrijfsresultaten is vandaar de enige factor die aandelenbeurzen kunnen motiveren om op het ingeslagen opwaartse pad verder blijven te gaan. Vandaar dat het in 2023 dan ook vooral de kwalitatief sterke, groeigerichte aandelen zijn die de beste prestaties weten neer te zetten. De vooruitgang van de goedkope aandelen met een lage koers/winstverhouding bleek, eens te meer, van korte duur[vii]. We verwachten dat deze trend zich ook in de komende maanden kan doorzetten, zij het met minder kracht. Tenzij de kerninflatie sneller dan vermoed, de handdoek in de ring zou gooien…

De juiste keuzemix van de beleggingsstijlen[viii] was de onderscheidende factor over de turbulente vijf jaar. Bij een analyse van een 100 tal neutrale beleggingsfondsen met een neutraal beleggingsprofiel valt het dat fondsen met het beste beleggingsresultaat telkens in de top 5 eindigde als de blootstelling aan de beste presterende indices en factoren wordt gemeten: FANG, technologie, kwaliteit, groeigerichte aandelen en specifiek bij de laatstgenoemde groep, de large cap-waarden.

Bij slecht presterende accenten en factoren gaven de betrokken beheerders telkens niet (of toch zelden) thuis: Emerging Markets, Small Cap aandelen, Eurozone, value en momentum. Over het afgelopen semester herhaalde zich een quasi identiek scenario als de afgelopen 5 jaar.  Bij het aanhouden van een dergelijke selectie, zal het in 2021 is het weliswaar even bibberen geweest zijn, maar die angst werd intussen rijkelijk beloond.

Met veel branie en doorzettingsvermogen wisten de aandelenbeurzen een opwaarts pad te vinden, ondanks de onwaarschijnlijke chaos die zich sinds het begin van dit vervloekte decennium inzette.  In scherp contrast hiermee, bleven obligaties doelloos als wrakhout ronddobberen op de lage koersniveaus waarop ze terugvielen, na de epische stijgingen van de lange termijnrente in 2022.

De onverwacht scherpe stijgingen van deze tarieven leidden tot extreme koersverliezen, die defensieve beleggers tot wanhoop en radeloosheid dreven. Sinds begin 2022 verloren Europese staatsobligaties met een looptijd tussen 7 en 10 jaar een kwart van hun waarde. Ongezien in de naoorlogse periode.

Grafiek 6: Evolutie van de obligatie-index (Eurozone) en de MSCI EMU index (returnindex)

Het koersherstel op de obligatiemarkten was in 2023 onbeduidend en zette zich alleszins in veel geringere mate door dan eerder werd verhoopt. De hoofdoorzaak is de te weinig doelmatige politiek van de centrale bank(en) en de weerspannige kerninflatie. De meest uitgesproken verliezen deden zich voor in het VK, door de fatale combinatie van politieke chaos en de oplopende inflatie, extra aangejaagd door de inflatoire gevolgen van de Brexit. Maar ook de Eurozone kreeg het hard te verduren, met Oostenrijk, België, Nederland en Italië in de hoek waar de raakste klappen vielen.

In tegenstelling met de aandelenindices wisten obligaties zich niet op te tillen na de Russische inval. Meer nog, de verliezen diepten zich nog verder uit. Gemiddeld driekwart van de koersval van vastrentend papier situeert zich zelfs na 24/02/2022.

Eens de piek van beleidsrente van de centrale banken in het vizier komt, komt echter ook het einde van deze donkere tunnel in zicht. Dat gegeven situeert zich echter nog te ver weg in de toekomst om nu al de obligatiemarkten te inspireren. Zolang de kerninflatie niet op overtuigende wijze neerwaarts bijstuurt, blijft het moeilijk om de substantiële rentedalingen te realiseren die nodig zijn om de onthutsende koersverliezen te herstellen.

Zowel de Fed als de ECB stellen pas ver in 2024 en begin 2025 de eerste voorzichtige dalingen van hun beleidsrente in het vooruitzicht (lees: hebben dan pas vertrouwen in de stabilisatie van de kerninflatie). Ondanks deze ontradende factor, biedt het tweede semester van dit jaar toch enig soelaas aan obligatiebeleggers, met name als de kerninflatie meer en meer afkoelingsverschijnselen begint te vertonen.

 

 

 

 

[i] De Fed verwijst naar de PCE-index als betere leidraad voor het volgen van de prijsevolutie voor de eindconsument. PCE staat voor Personal Consumption Expenditure. De samenstelling van de korf van goederen en diensten die bij de PCE wordt gebruikt, houdt het midden tussen de kleinhandelsindex (CPI) en de groothandelsindex (PPI).

[ii] De kans op een additionele stijging met een kwart procent in september (of november) is momenteel “slechts” 30% maar is de laatste dagen duidelijk aan het toenemen.

[iii] De evolutie van de kerninflatie is immers uitgezuiverd voor wijzigingen in de energiekosten en (sommige) voedselprijzen.

[iv] De “verrassingsindex” houdt rekening met een belangrijk aantal economische indicatoren en meet of de gerealiseerde cijfers de initiële verwachtingen al dan niet overtreffen. Een positieve (negatieve) indicatie geeft de mate aan waarmee de werkelijke cijfers in positieve (negatieve) zin afwijken. Dit wordt beschouwd als een vooruitlopende indicator.

[v] Na een 6de opeenvolgende lezing van de ISM-manufacturing-index onder het signaalniveau van 50, voltrekt zich onmiskenbaar een krimpbeweging in de Amerikaanse industrie.

[vi] De risicopremie vormt de verwachte, toekomstige compensatie voor het risico en de volatiliteit op aandelenbeurzen.

[vii] De wereldindex van groeiaandelen scoorde 10% beter dan de wereldindex van value-aandelen in 2023, over laatste 5 jaar bijna 50% beter

[viii] De typische indeling van beleggingsstijlen bestaat uit de categorieën  Large Cap en Small Cap (grotere of kleinere marktkapitalisatie dan gemiddeld) en Value en Growth ( lagere of hogere koers-winstverhouding dan gemiddeld). Growth vind je vooral bij technologiewaarden. Wij voegen hieraan de categorieën kwaliteit en momentum toe. De eerste richt zich op redelijk gewaardeerde aandelen met gezonde groei en moderaat risico. De tweede groep richt zich de winnaars van het vorige jaar (die dikwijls ook het volgende jaar aan de top verschijnen, maar niet altijd, natuurlijk… ). Een dergelijke indeling is terug te vinden in het merendeel van de academische literatuur in het vakgebied Finance.

Artificiële intelligentie in vermogensbeheer

Artificiële intelligentie (AI) heeft de afgelopen jaren een enorme impact gehad op verschillende industrieën. Iedereen is het er intussen mee eens, AI zal mee bepalen hoe de wereld van morgen eruit zal zien. Ook in vermogensbeheer is AI aan een opmars bezig. AI heeft het potentieel om de manier waarop we ons geld beheren en investeren fundamenteel te veranderen. Met behulp van geavanceerde algoritmen en ‘machine learning’-technieken kunnen vermogensbeheerders de dag van vandaag al betere beslissingen nemen, risico’s verminderen en rendementen maximaliseren voor hun cliënten.

Een van de belangrijkste toepassingen van AI in vermogensbeheer is het analyseren van grote hoeveelheden financiële gegevens. Vroeger waren vermogensbeheerders uitsluitend afhankelijk van menselijke analisten om financiële gegevens te verwerken en te interpreteren. Dit proces is tijdrovend en ook onderhevig aan menselijke fouten. Hoewel er al een evolutie in dit proces heeft plaatsgevonden, kan er met behulp van AI-algoritmen grote datasets in een fractie van de tijd analyseren en belangrijke patronen en trends identificeren die anders mogelijk over het hoofd zouden worden gezien. Dit stelt vermogensbeheerders in staat om betere beslissingen te nemen op basis van feitelijke gegevens en statistieken, in plaats van op intuïtie.

Portefeuille- en risico beheer

Een ander gebied waarin AI het vermogensbeheer transformeert, is portefeuillebeheer. Traditioneel gezien waren portefeuillebeheerders verantwoordelijk voor het selecteren en beheren van individuele effecten in een portefeuille. Met AI kunnen algoritmen echter complexe optimalisatiemodellen gebruiken om de beste mix van activa te bepalen op basis van de doelstellingen en risicotolerantie van de klant. Deze modellen kunnen rekening houden met een breed scala aan factoren, waaronder historische rendementen, marktvolatiliteit en economische indicatoren. Het resultaat is een efficiënter en beter uitgebalanceerd portefeuillebeheer, dat rekening houdt met de individuele behoeften van elke klant.

AI-algoritmen kunnen real-time marktgegevens en nieuwsanalyse gebruiken om potentiële risico’s en volatiliteit (marktschommelingen) te identificeren. Hierdoor kunnen vermogensbeheerders sneller reageren op veranderende marktomstandigheden en hun portefeuilles aanpassen om het risico te verminderen. Bovendien kunnen AI-modellen ook scenarioanalyses uitvoeren om het effect van verschillende economische scenario’s op de portefeuilles van cliënten te simuleren, waardoor vermogensbeheerders beter voorbereid kunnen zijn op onvoorziene gebeurtenissen.

Robo-adviseurs vs. Emotionele intelligentie

Naast het verbeteren van de traditionele vermogensbeheerdiensten, heeft AI ook geleid tot de opkomst van zogenaamde “robo-adviseurs”. Deze online platforms maken gebruik van AI-algoritmen om geautomatiseerde beleggingsadviezen te bieden aan particuliere beleggers. Met behulp van vragenlijsten en algoritmen kunnen robo-adviseurs de beleggingsdoelen en risicotolerantie van een cliënt beoordelen en vervolgens een passende portefeuille aanbevelen. Robo-adviseurs zijn vooral in Amerika populair geworden vanwege hun lage kosten en gebruiksgemak, waardoor beleggingsadvies toegankelijk is geworden voor een bredere groep mensen.

Hoewel AI veel voordelen biedt voor vermogensbeheer, zijn er ook enkele uitdagingen en risico’s waarmee rekening moet worden gehouden. Een van de belangrijkste zorgen is de mogelijke onnauwkeurigheid van AI-modellen. AI is afhankelijk van historische gegevens en veronderstellingen, en kan moeite hebben om om te gaan met onvoorziene gebeurtenissen of abrupte veranderingen in de marktomstandigheden. Daarom blijft menselijke interactie van essentieel belang.

Menselijke vermogensbeheerders hebben het vermogen om emotionele aspecten en persoonlijke doelen van klanten te begrijpen. Financiële beslissingen zijn vaak gekoppeld aan emoties, en het vermogen van een vermogensbeheerder om empathie te tonen en de behoeften van klanten te begrijpen, kan niet volledig worden vervangen door AI. Menselijke interactie kan helpen bij het opbouwen van vertrouwen, het bieden van geruststelling en het aanpassen van beleggingsstrategieën op basis van individuele omstandigheden.

Menselijke interactie

Vermogensbeheer omvat vaak complexe financiële situaties, zoals erfenissen, belastingplanning en estate planning. Deze situaties vereisen maatwerk en een diepgaand begrip van de specifieke behoeften van de klant. Menselijke vermogensbeheerders kunnen zich aanpassen aan unieke omstandigheden en complexe scenario’s analyseren, waarbij ze rekening houden met factoren die mogelijk niet volledig kunnen worden gevangen door geautomatiseerde systemen.

Vermogensbeheer is vaak gebaseerd op langdurige relaties tussen klanten en hun beheerders. Het opbouwen van vertrouwen en een persoonlijke band is cruciaal in deze relatie. Menselijke interactie biedt de mogelijkheid om persoonlijk contact te hebben, vragen te stellen, zorgen te uiten en een gevoel van veiligheid en betrokkenheid te creëren. Dit is belangrijk tijdens perioden van volatiliteit op de markt, waar cliënten vaak behoefte hebben aan menselijke interactie en begeleiding.

Flexibiliteit en ethiek

Hoewel AI-systemen krachtig zijn in het analyseren van grote hoeveelheden gegevens, kunnen ze moeite hebben met subjectieve factoren en het omgaan met onvoorspelbare gebeurtenissen. Menselijke vermogensbeheerders kunnen rekening houden met de persoonlijke voorkeuren, waarden en doelen van klanten bij het nemen van beslissingen. Ze kunnen ook flexibel inspelen op veranderende omstandigheden en snel aanpassingen maken wanneer dat nodig is.

Daarnaast omvat vaak vermogensbeheer ook ethische overwegingen, zoals duurzaam beleggen, sociale verantwoordelijkheid en het vermijden van controversiële activiteiten zoals bijvoorbeeld kinderarbeid of wapenhandel. Menselijke vermogensbeheerders kunnen een moreel kompas bieden en helpen bij het maken van ethische keuzes die in lijn zijn met de waarden van de klant. Ze kunnen ook verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van investeringsbeslissingen en transparantie.

Het is duidelijk dat AI een blijvende impact zal hebben op de financiële wereld. Ondanks de opkomst van AI blijft menselijke interactie in vermogensbeheer van essentieel belang. Deze combinatie zal de beste resultaten opleveren voor beleggers en investeerders. Als belegger is het belangrijk om op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen en te begrijpen hoe AI uw beleggingsstrategie kan verbeteren.

Aangifte personenbelasting: benut u als belegger alle fiscale voordelen? 

De tijd dringt stilaan om uw aangifte personenbelasting in te dienen. Via MyMinfin heeft u nog tijd tot 15 juli. Graag herinneren wij u eraan dat bepaalde beleggingen van 2022 recht geven op een belastingvermindering. Welke zijn dat alweer en welke codes moet u daarvoor precies invullen in uw aangifte?

Vrijstelling roerende voorheffing op dividenden

Als u individuele (Belgische of buitenlandse) aandelen bezit, kan u mogelijk (een deel van) de ingehouden roerende voorheffing (RV) op uw ontvangen dividenden recupereren via uw belastingaangifte. De wetgever heeft immers bepaald dat een eerste schijf van € 800 bruto per persoon aan dividenden belastingvrij is. U kunt de ingehouden RV tot € 240 (30% van € 800) aftrekken op uw belastingbrief. Vergeet niet om de RV-bedragen (niet de dividenden zelf) onder de juiste codes (1437, 2437) in te vullen. U hoeft geen documenten bij te voegen bij uw aangifte. Houd de bewijzen wel bij voor het geval u controle krijgt.

Oefent u uw beroepsactiviteit uit via een vennootschap en verloont u zichzelf met dividenden? Dan komen ook deze dividenden in aanmerking voor de vrijstelling!

Ontving u naast dividenden waarop 30% RV werd ingehouden ook dividenden waarop slechts 20% of 15% RV werd ingehouden (bijv. dividenden van VVPRbis-aandelen of van GVV’s die in zorgvastgoed beleggen)? Vul de vrijgestelde schijf van € 800 dividend dan bij voorrang op met de dividenden die het hoogst werden belast om een optimaal fiscaal voordeel te genieten.

Langetermijnsparen

Dankzij langetermijnsparen kan u jaarlijks een belastingvoordeel genieten op gestorte premies voor levensverzekeringen van Tak 21, 23 of 44. Het belastingvoordeel bedraagt doorgaans 30% van de gestorte premies. Voor het jaar 2022 bedraagt het maximum € 2.350, wat resulteert in een belastingvermindering van maximaal € 705. Het bedrag van de premie dat recht geeft op belastingvermindering is evenwel afhankelijk van uw nettoberoepsinkomsten en zou dus lager kunnen uitvallen dan het genoemde plafond. Om van het fiscaal voordeel te genieten vult u eenvoudigweg de gestorte premies in onder de juiste codes (1353, 2353) op uw aangifte.

Pensioensparen

Met pensioensparen kunt u niet alleen sparen voor een aanvullend pensioen, maar ook genieten van een belastingvoordeel op de gestorte bedragen. Afhankelijk van uw gekozen formule kunt u een belastingvermindering van 25% of 30% krijgen. De standaardformule biedt een maximum van € 990 en een belastingvermindering van maximaal € 297. De verhoogde formule heeft een maximum van € 1.270 en een belastingvermindering van maximaal € 317,50. Zorg ervoor dat u de gestorte bedragen correct vermeldt onder de juiste codes (1361, 2361) op uw aangifte.

Vlaanderen Vraagt daagt Michelle Bovy uit.


Het geheim van financiële welvaart onthuld: CEO Michelle Bovy van B-sure deelt haar inzichten op Vlaanderen Vraagt

Michelle Bovy, de CEO van B-sure, een vooraanstaand multi-family office, schitterde onlangs in het populaire televisieprogramma Vlaanderen Vraagt, uitgezonden op VTM. In deze meeslepende aflevering werd ze uitgedaagd met de essentiële vraag: “Hoe kan ik mijn toekomst veiligstellen door verstandig te investeren?”

Met deze vraag in het achterhoofd, deelde Michelle Bovy haar uitgebreide kennis en persoonlijke adviezen over doordachte financiële planning. Ze benadrukte het belang van deze taak, vooral gezien het feit dat slechts de helft van de Vlamingen spaart zonder een duidelijk doel voor ogen.

“Bij B-sure hanteren we een klantgerichte aanpak, waarbij we een financieel plan opstellen dat jouw behoeften centraal stelt, in plaats van die van de financiële instellingen. Op deze manier zet je je opgebouwde vermogen optimaal in om je persoonlijke doelen te bereiken en te investeren in je eigen toekomst.” aldus Michelle Bovy.

Voor concrete handvatten om met deze werkwijze aan de slag te gaan, nodigen wij je uit om de onderstaand fragment te bekijken. Op deze manier krijg je de kans om te ontdekken hoe je jouw financiële toekomst vorm kunt geven en optimaal kunt investeren in jezelf.

 

“Bij B-sure geloven we sterk in de kracht van een persoonlijke aanpak bij het beheren van financiën en het opbouwen van vermogen,” benadrukt Michelle Bovy.

Het multi-family office is erop gericht hun cliënten te helpen hun financiële doelen te definiëren en vervolgens een strategie te ontwikkelen om deze doelen te bereiken.

“We zijn er bijzonder trots op dat we via deze aflevering een bijdrage kunnen leveren aan de investering in de toekomst van Vlaamse individuen en gezinnen.”

Over B-sure
B-sure is een toonaangevend multi-family office dat zich toelegt op het bieden van op maat gemaakte financiële diensten aan succesvolle ondernemers, vrije beroepen en vermogende families. Met een team van ervaren professionals en een holistische benadering van financiële planning, streeft B-sure ernaar om duurzame waarde te creëren en te behouden voor haar cliënten, generatie na generatie.

Jouw erfbelasting verzekeren?

Het verzekeren van erfbelasting kan een manier zijn om ervoor te zorgen dat er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de verschuldigde belasting te betalen bij een erfenis.

Er zijn enkele mogelijke benaderingen om dit op een correcte manier te doen:

  • Levensverzekering:

Een vaak voorkomende strategie is het afsluiten van een levensverzekering die specifiek is ontworpen om de erfbelasting te dekken. Het verzekerde bedrag moet voldoende zijn om de belastingverplichtingen te dekken. Bij overlijden van de verzekerde wordt het uitgekeerde bedrag gebruikt om de erfbelasting te betalen.

  • Uitvaartverzekering:

Een uitvaartverzekering kan ook helpen bij het dekken van de erfbelasting, aangezien de uitkering na overlijden kan worden gebruikt om de belastingverplichtingen te voldoen. Het is echter belangrijk om te controleren of het uitgekeerde bedrag toereikend  is om de volledige erfbelasting te dekken.

  • Schenkingen:

Een andere strategie kan zijn om tijdens het leven schenkingen te doen aan de beoogde erfgenamen, zodat de omvang van de nalatenschap en daarmee de erfbelasting wordt verminderd.

B-sure kan helpen om de regels en beperkingen met betrekking tot schenkingen en de impact op de erfbelasting in jouw specifieke rechtsgebied te begrijpen. Het is belangrijk om op te merken dat belastingwetten en -regels kunnen variëren afhankelijk van het rechtsgebied waarin je je bevindt.

Wij kunnen je helpen bij het bepalen van de beste strategie om de erfbelasting correct te verzekeren en te betalen.